(Ik ben het meisje rechts met het rood geruite rokje, het meisje links is
mijn zus. We zitten in de stoptrein van ’t Harde naar Utrecht of andersom)
Ik ga graag met de trein. Natuurlijk gaat er wel eens iets mis.
In 1989 nam ik samen met mijn zonen van toen 3 en 1 de trein naar Maastricht. Ze gingen bij Oma&Opa logeren. De heenweg was heel moeilijk al kwam het niet door de NS. De intercity naar Maastricht stond keurig in Utrecht voor mij klaar en we kwamen volgens het rooster in Maastricht aan.
Tas, zoon nr. 2 toen 1 jaar oud heeft het hele stuk van Utrecht naar Maastricht gehuild. Hard, heel hard. Waarom, ik weet het nu nog steeds niet, ik heb van alles geprobeerd en niets hielp. Joris was minder lastig maar vond het nodig om op zijn buik met een autootje door de stoffige coupe heen te tijgeren.
Andere reizigers die eerder mochten uitstappen wensten me sterkte voor de rest van de reis. Met een huilend kind kwamen we aan bij Opa Oma en Tas bleef huilen tot het eten op tafel kwam. Macaroni met ham en kaas. Eindelijk verscheen er een glimlachje op zijn gezicht, hij viel aan op zijn eten en alles was weer goed.
De volgende dag ging ik alleen weer terug naar Lunteren. Ik had een goed boek bij me voor de lange treinreis. Wachtend op het perron in Maastricht ging het gelijk al mis: mijn trein kwam 20 minuten later dan gepland. Geen probleem, ik was alleen, ik had de hele dag en een goed boek. Ik stapte in en zwaaide naar mijn zonen. Tot volgende week.
De vertraging onderweg werd steeds groter. Ik zat daar dus niet mee, niemand die in Lunteren op mij wachtte. Ik zat lekker te lezen. Vlak bij zat een gezelschap mensen in rolstoel. Zij moesten ergens op tijd zijn en maakte zich zorgen over hun aansluiting in Amsterdam; zouden ze het halen?
Ik probeerde verder te lezen. Bij Eindhoven moesten we uitstappen. Uitstappen? Het was de trein van Maastricht naar Amsterdam, hoe kon dat? De conductrice stond er verbijsterd bij.
“Deze trein is opgeheven”
“Opgeheven? Hoe kan dat?” klonk het overal.
“Ja ik weet ook niets meer,” zei de conductrice onzeker,
“ik kreeg net een telefoontje dat deze trein opgeheven wordt, ik zei nog geintje zeker, maar nee het is echt waar! We worden ingehaald door de volgende intercity en deze moet eruit”
We konden op de volgende trein wachten. Zelf had ik er geen problemen mee. Mijn boek was spannend en op het perron las ik gewoon verder. Het was zomervakantie, ik zat daar prima.
Voor het rolstoelgezelschap was ‘even overstappen’ heel vervelend. Ook vervelend voor de vakantiegangers die een fiets bij zich hadden. De mensen in rolstoelen kregen voorrang en de fietsen konden er in de volgende trein niet meer bij. Zij moesten op de daaropvolgende trein wachten.
Mijn ouders wonen in Wezep. Op de lijn Amersfoort – Zwolle het laatste station voor Zwolle.
Vanuit Ede gingen we een middag je naar mijn ouders. Zomaar geloof ik. ’t Harde waren we net gepasseerd en ik wachtte tot we uit konden stappen. Dromerig keek ik naar buiten. Ik zag bekende stukken van mijn ouderlijk dorp. Hee daar staat het huis van de moeder van J……
“>HET HUIS VAN DE MOEDER VAN J.! Maar dan zijn we te ver! Ik was zo verbijsterd dat ik even niet uit mijn woorden kon komen. Zoef en we gingen we langs Hattemerbroek. De trein was Wezep kats voorbij gereden. Dat had ik nog nooit meegemaakt! Op dat moment kwam er geluid uit de intercom.
“Helaas zijn we in WEESP niet gestopt. Onze excuses voor deze vergissing. Deze trein gaat door naar Zwolle. Reizigers die naar WEESP willen kunnen gewoon blijven zitten, deze trein zal na 10 minuten wachten weer terug gaan in de richting van Amersfoort en in WEESP stoppen.”
De jongen voor me vond het een goede mop. Hij moest naar Zwolle dus hem maakte het niet veel uit. Ik was helemaal met stomheid geslagen. En ik wist dat de trein daar in Zwolle zeker 20 à 25 minuten zou wachten voor hij weer naar Amersfoort zou rijden. En dat wij een vertraging van minimaal 30 minuten hadden.
Wachtend in Zwolle lieten conducteur en machinist zich niet zien. Geduldig hebben wij onze tijd uit gezeten en ging de trein naar Wezep. Hij stopte – voor het eerst zag ik dat niet als vanzelfsprekend – en wij stapten uit. Op het perron liepen de twee conductrices. Ik kon het niet laten, stapte op ze af en bedankte ze overdreven voor het feit dat we deze keer WEL uit mochten stappen.
Niet begrijpend keken ze me aan. Ik vertelde wat er gebeurd was…. Zij wisten van niets. Bij het wisselen van de wacht voor deze trein had de vorige conducteur niet de moeite genomen om te vertellen wat er mis gegaan was.
Andersom kan het natuurlijk ook. Toen ik zelf nog in Wezep woonde stond ik een keer te wachten op de stoptrein naar Utrecht. Ik volgde een opleiding in Putten. Naast me stond een vriendin, Janneke te wachten op dezelfde trein, zij moest naar Utrecht.
Terwijl we stonden te wachten naderde de sneltrein naar Utrecht. Ipv van keihard voorbij te razen stopte hij en de deuren gingen open! Hanneke keek even verbaasd, toen verontschuldigend naar mij en daarna stapte snel in! Mij eenzaam achterlatend, zucht.