
Jos (7 maanden) zet zijn eerste zet met zwart.
Schaken.
Mijn oudste jongens schaken en dat hebben ze niet van mij. Ik weet hoe de stukken over het bord moeten, ik beheers de regels van het spel. Vroeger heb ik het wel gespeeld. En gewonnen als de tegenstander nog slechter was dan ik.
Mijn ex heeft een grotere aanleg en liefde voor het spel en dat hebben Jos en Tas van hem meegekregen. Toen Jos & Tas 3 en 1 jaar oud waren gingen we uit elkaar en is hun schaakopvoeding aan mij voorbij gegaan.
In de zomer van ’90 was ik met Tas, ruim 1½ jaar oud bij vrienden op bezoek. Tas praatte nog niet maar omdat Jos dat op die leeftijd ook nog niet deed en daarna in een spraakwaterval veranderde maakte ik mij daar geen zorgen over.
Mart en Ineke woonden in een klein flatje in Utrecht. Tas ging op onderzoek uit en ontdekte het schaakspel. Daar wilde hij mee spelen.
“Doe maar niet” was het antwoord van Mart en zeker 15 minuten hebben Mart en ik geprobeerd Tas bij dat schaakspel waar hij nog veel te jong voor leek vandaan te houden. Hoe het ging weet ik niet meer maar het was duidelijk een geval van de aanhouder wint en na enige tijd mocht Tas toch met het schaakspel spelen.
Toen gebeurde het. Tot stomme verbazing van de vriend en van mij ging Tas de stukken op het bord zetten. Niet efficiënt, maar de stukken kwamen wel op de juiste plek, hij wist waar ze moesten staan. In klap werd ons (Mart kende Ex van de schaakclub) duidelijk dat ex allang begonnen was met hem te leren schaken. Later heb ik nog wel eens, als het gesprek over schaken ging verteld over mijn zoon die al voor hij kon praten de schaakopstelling op het bord kon zetten.
We woonden een paar jaar in Ede toen Jos van zijn vader een schaakboek voor zijn verjaardag kreeg. Vol met stellingen en opdrachten die opgelost, dan wel uitgewerkt moesten worden. Hij ging er mee naar bed en hij stond er mee op. Snel wilde hij toen ook op een schaakclub. Hij had mazzel, Ede had een schaakclub en die was nog in de buurt ook nog, hij kon er lopend heen. Hij ging toch fietsen natuurlijk. De clubleider verkocht het schaakboek dat Jos al zelf had. In dat schooljaar, iedere keer als hij een jarige klasgenoot had en Jos op het feestje mocht komen bestelde hij een exemplaar van het boek om als kadootje te geven.
“Jor wat doe je toch met al die boeken?” vroeg de clubleider na het 3e boek. Jos vond het wel een goede mop en gaande weg had hij in de klas diverse vriendjes die graag een spelletje schaak speelden.
Op een dag bedacht een andere schaakclub een schriftelijke schaakwedstrijd. Jos zat inmiddels in klas4/groep6. En klas 4 deed mee. Alle kinderen uit groep moesten vragen en stellingen beantwoorden die door juf terug gestuurd worden. Na een paar weken kwam de uitslag. Uit de klas van Jos waren zoveel goede antwoorden gekomen dat ze van alle klassen4/groepen6 in Ede die mee deden het beste resultaat hadden. Hoofdprijs: een video van de schaakfilm “Leve de koningin” van Esmé Lammers.
Een paar jaar later werd het schaakclubseizoen afgesloten. Er werd een sterke schaker uitgenodigd die met alle kinderen simultaan zou gaan schaken. Tas ging toen nog niet naar de schaakclub, hij zat op de duikclub, op dezelfde avond. Dat was iets eerder klaar en we zouden even gaan kijken naar het simultane schaakgebeuren dat al een half uurtje aan de gang was. Om te kijken was dat vreselijk saai. Ik denk dat we het hooguit 5 minuten vol gehouden hebben toen Tas en ik het roerend eens waren dat we beter naar huis konden gaan. Terwijl we door de deur naar buiten liepen vroeg Tas:
“Heb jij het ook gezien?”
Ik wist precies wat hij bedoelde, ik had het ook gezien.
Binnen zaten ± 15 jongens achter tafels in een hoefijzer opstelling. In het midden liep de schaker langs de tafels. Bij elke schaker achter een schaakspel stond hij één seconde stil, deed één zet en liep verder naar de volgende jonge schaker. Overal had hij aan één seconde genoeg om de volgende zet te plaatsen. Tot hij bij het bord van Jos aan kwam.
Hij keek, krabde nadenkend achter zijn oren en had zeker een volle minuut nodig om na te denken over de volgende zet. Om bij de volgende schaakborden weer één zet per seconde neer te zetten. Die avond kwam Jos later dan gebruikelijk thuis. Glimmend van trots. De simultaanschaker had van iedereen gewonnen behalve van hem. Het had allemaal veel langer geduurd dan de bedoeling was en de simultaanschaker was weggegaan toen de partij nog niet afgelopen was. De clubleider had het overgenomen en die had ook niet meer van Jos kunnen winnen. Remise is het geworden.